Aardappelen | Asperges | Bloemkool | Pompoenen | Rode kool | Savooiekool | Spitskool | Witte kool | Schorseneren

Witte kool (Brassica oleracea convar. capitata var. alba) wordt vooral voor de verwerking tot zuurkool, maar ook voor de verse markt geteeld. Het is één van de oudste koolsoorten. De teelt vindt vanouds voornamelijk plaats in Noord-Holland, omdat daar geen aantasting door knolvoet optreedt. Dit is ook terug te vinden in de rasnamen, zoals in Langendijker Bewaar en Roem van Enkhuizen.
Ook vindt er nog teelt plaats in Limburg en Noord-Brabant, maar daar moet een ruime vruchtwisseling toegepast worden.

Van witte kool bestaan er twee typen:

  • het spitse type, (witte) spitskool genoemd
  • het ronde type, witte kool.

Er worden de volgende teeltwijzen onderscheiden:

  • Spitskool teelt voor de vroegste teelt met oogst in juni en soms ook voor de zomerteelt
  • Zomerteelt met oogst in juli en augustus
  • Vroege herfstteelt met oogst in september en begin oktober
  • Late herfstteelt met oogst in oktober
Bewaarteelt met oogst in november